Beschrijving / Samenvatting:
Deze internationale norm is van toepassing op apparaten voor overspanningsbeveiliging van telecommunicatie- en signaleringsnetwerken tegen indirecte en directe effecten van bliksem of andere voorbijgaande overspanningen.
De specificaties dienen ervoor te zorgen dat aan de noodzakelijke eisen wordt voldaan door overspanningsbeveiligingsapparaten met lage spanning die worden gebruikt voor bescherming in telecommunicatie- en signaleringsnetwerken. Hiervoor worden twee basistypen schakelingen voor laagspannings-overspanningsbeveiligingsapparaten in aanmerking genomen: schakelingen met uitsluitend een spanningsbegrenzende component en schakelingen met een spannings- en stroombegrenzende component in een behuizing.
De eisen die aan de laagspannings-overspanningsbeveiligingen worden gesteld, betreffen algemene eisen voor identificatie en productdocumentatie, markering van laagspannings-overspanningsbeveiligingen en elektrische, mechanische en omgevingseisen.
De elektrische eisen dienen ervoor te zorgen dat de spannings- en stroombegrenzende functies en de signaaloverdrachtsmogelijkheden van de laagspannings-overspanningsbeveiliging hun doel bereiken.
Wat de spanningsbegrenzing betreft, worden vereisten voor de maximale continue bedrijfsspanning, isolatieweerstand, spanningsbegrenzing tijdens impulsbeïnvloeding, de impulsreset, AC-duurzaamheid, impulsduurzaamheid voor de spanningsbegrenzende functie, overbelaste fouten en de meertraps SPD voor de dodehoektest gegeven.
Met betrekking tot de stroombegrenzing worden eisen gesteld aan de nominale stroom, de serieweerstand, de responstijd, de stroomresettijd, de maximale ontkoppelingsspanning, de AC-duurzaamheid voor de stroombegrenzende functie en de impulsduurzaamheid voor de stroombegrenzende functie.
Bovendien is een bedrijfstest gespecificeerd. Met betrekking tot de transmissiemogelijkheden worden vereisten voor de capaciteit, invoeg- en retourverlies, longitudinale balans, bitfoutverhouding en near-end overspraakverlies gegeven.
De mechanische eisen dienen ervoor te zorgen dat de laagspanningsbeveiligingsinrichting voldoende mechanische sterkte van de installatie vertoont, niet wordt beschadigd door het binnendringen van vaste voorwerpen, water of vuur, en voldoende brandbestendig is. Bovendien worden eisen gesteld aan de bescherming tegen direct contact.
De omgevingseisen dienen ervoor te zorgen dat de laagspanningsoverspanningsbeveiliging niet wordt beschadigd door de omgevingsomstandigheden (temperatuur, vochtigheid). Om te testen of de laagspannings-overspanningsbeveiliging aan de eisen voldoet, worden in deze norm overeenkomstige testmethoden gespecificeerd.
Met betrekking tot de vorige versie van deze norm is een reeks individuele specificaties gewijzigd en aangevuld, inclusief de gespecificeerde bereiken van testtemperatuur en omgevingsvochtigheid.
Bovendien is in overeenkomstige delen van de standaardtekst opgenomen dat AC-laagspannings-overspanningsbeveiligingen die op wisselstroom werken, DC-laagspannings-overspanningsbeveiligingen die op gelijkstroom werken en AC/DC-laagspannings-overspanningsbeveiligingen die op gelijkstroom werken, moeten worden getest.
Daarnaast zijn twee bijlagen toegevoegd met informatie over basisconfiguraties voor het meten van het spanningsbeveiligingsniveau en over het onderwerp weerstand in telecommunicatiesystemen.